Het Bataviaasch Handelsblad, waarin eerder dus al Daisy Miller was verschenen, zag James blijkbaar ook wel zitten, want het publiceerde in 1883 ook zijn beschouwing over de Hollandse schilderkunst, met als verklarende voetnoot: ‘Deze origineele beschouwing van ons vaderland ontleent hare waarde aan de fijne gave van opmerking en ontleding, die haren schrijver den voorrang doet innemen onder de hedendaagsche Amerikaansche novellisten.’ De scans van dat artikel kun je hier downloaden; het origineel, gebundeld in Transatlantic Sketches, is hier te lezen.
Was het Bataviaasch Handelsblad, als koloniale krant in Nederlands Indië, meer op Engelse of andere internationale literatuur gericht dan Nederlandse kranten? Misschien. Ook verhalen van E.A. Poe zijn er blijkbaar als feuilleton in verschenen.
Verder levert een zoektocht in Delpher vooral vermeldingen op van verfilmingen van James’ werk, recensies van theaterbewerkingen (met name van The Aspern Papers en The Beast in the Jungle, zo te zien met veel succes voor toneel bewerkt door Ger Thijs) en de daaropvolgende tv-versies dáárvan, en een enkele bespreking van een Engelse heruitgave van zijn werk, zoals een enthousiast stuk over The Bostonians door K.L. Poll in Algemeen Handelsblad (07-09-1968). Maar het meest saillant is de lof voor een verhalenbundel van Jan Spierdijk in de Telegraaf, in een artikel dat als volgt eindigt:
Jan Spierdijk, de Telegraaf, 13-04-1963 |
Jan Spierdijk, de Telegraaf, 13-08-1955 |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten