Zoeken in deze blog

dinsdag 19 februari 2019

Kipling: van de tuinman en De Vries

Ik had natuurlijk weer eens met mijn neus gekeken toen ik hier eerder schreef dat Kiplings verhaal ‘The Gardener’ nog nooit eerder in het Nederlands was vertaald, want dat is het wel degelijk: het is het vierde verhaal, ‘De tuinman’, in Het wenshuis, een bundeltje met vier verhalen van Kipling dat in 1972 bij Wereldbibliotheek is verschenen.

Het lijkt nooit te zijn herdrukt en de Amsterdamse bibliotheek heeft het niet in huis, maar ik ga op zoek naar een exemplaar, want ik ben benieuwd naar deze eerdere vertaling. Ook omdat de vertaler niet de eerste de beste was: Theun de Vries.



Vier uitmuntende blijvertjes

In de verhaalkeuze van De Vries (als die althans zelf de selectie voor deze bundel heeft gemaakt) kan ik me wel vinden: van alle verhalen die ik tot nu toe van Kipling heb gelezen, stonden de andere drie verhalen in deze bundel me nog het meeste aan. Al halen ze voor mij niet het niveau van ‘The Gardener’ en zou ik ze – met uitzondering misschien van ‘The Wish House’ – niemand speciaal aanbevelen. Om het ‘vier uitmuntende “blijvertjes”’ te noemen, zoals de uitgever doet, gaat mij dus wat te ver.



Hofdichter van de Engelse bourgeoisie

Op internet kan ik verder niet veel informatie over deze bundel van ‘de auteur van Het Djungelboek’ vinden. Delpher bevat welgeteld drie besprekingen, of eerder korte signaleringen.

De Waarheid schrijft, geheel in stijl: ‘Kipling, vooral bekend als hofdichter van de Engelse bourgeoisie in oorlogstijd, heeft ook wel eens minder heldhaftig proza geschreven, zoals uit dit bundeltje blijkt.’ Waarbij opgemerkt zij dat ‘minder heldhaftig’ voor de marxisten waarschijnlijk een compliment was.

Het vrije volk (‘democratisch-socialistisch dagblad’) klinkt al een stuk enthousiaster over ‘dit bundeltje prachtige literatuur’. Bovendien vermeldt deze krant keurig de naam van de vertaler, in tegenstelling tot De waarheid. Van je kameraden moet je het hebben.

De uitgebreidste bespreking vond ik in de krant uit mijn eigen heimat, de PZC, die het heeft over de zeer ‘attente’ vertaling van De Vries. De kwalificatie ‘blijvertjes’ is volgens de Zeeuwse recensent ‘geen woord teveel’. (Je zou er bijna een toespeling op een ten onrechte vaak met Zeeland geassocieerde uitdrukking in lezen...)

Bron: PZC.

Toekomstliteratuur

In het stuk wordt in zeer kort bestek trouwens een hele trits nieuwe publicaties van Wereldbibliotheek behandeld. Het artikel is daarmee een vergaarmandje van het soort vergeten schrijvers waar uitgevers tegenwoordig dol op zijn. De naam Rabindranath Tagore is natuurlijk nog wel enigszins bekend, al krijg ik niet de indruk dat hij tegenwoordig nog veel gelezen wordt. Maar wie heeft er nu nog van Margery Sharp gehoord, en haar ‘aangrijpend, goed geschreven’ boek Het tere evenwicht (The Innocents)? Wie kent Nikolai von Michalewsky (a.k.a. Mark Brandis) nog? Of western-auteur Madison Jones? (Wikipedia: ‘Though he is seen as a central figure in American literature, he is not well known’.)

Laat staan Josef Nesvadba, over wie recensent ‘O.’ helemaal lyrisch is: deze Tsjechische auteur schrijft
het soort superieure proza dat hem boven veel ‘toekomstliteratuur’ waarin sensatie-elementen een hoofdrol spelen, uittilt. In ‘Het verloren gezicht’ is een zestal verhalen bijeengebracht die men zonder aarzeling briljant kan noemen, mooi en sterk van taal en met een vinger naar een toekomst waarin men vandaag (niet zonder humor) kan herkennen.
Onhandige tangconstructies of niet, zoveel enthousiasme over nota bene sciencefictionverhalen maakt mij toch een beetje nieuwsgierig...

Prijsvraag

En iets heel anders waar ik ook benieuwd naar ben: hoe oud zou het woord ‘blijvertje’ zijn? Betekenen die aanhalingstekens dat het in 1972 een nieuwe hippe kreet was?

En zou het dan een anachronisme zijn om dat woord te gebruiken in een vertaling van werk van... Kipling bijvoorbeeld? Of Tolstoj, of Henry James?

Een volgende keer misschien meer daarover.

woensdag 13 februari 2019

Kipling: ‘De hovenier’

Morgen begint de Week van het Korte Verhaal. Dat lijkt me een mooie gelegenheid om hier mijn vertaling aan te bieden van het beste verhaal dat ik de laatste tijd heb gelezen: ‘The Gardener’ van Rudyard Kipling.

Geheel gratis, alsof het niets kost. Wie er toch wat geld voor over heeft, zou een donatie kunnen doen aan Nederlands enige literaire prijs die van crowdfunding afhankelijk is: de J.M.A. Biesheuvelprijs 2019. Er zijn nog vier dagen om ervoor te zorgen dat het prijzengeld in ieder geval net zo hoog wordt als vorig jaar. Doen!

Tot deze winter had ik nooit iets van Kipling gelezen. Ik werd benieuwd naar zijn werk toen ik op de site van de Guardian een oude podcast beluisterde waarin Neil Gaiman dit verhaal aanprijst. Toen ik het verhaal vervolgens zelf las en zag dat het waarschijnlijk nog nooit in het Nederlands is vertaald, vond ik dat daar nodig verandering in moest komen.

[Correctie 19-02-2019: het is wel degelijk eerder vertaald, zoals ik hier beschrijf.]

Wie het verhaal wil lezen, kan de vertaling hier downloaden als epub voor de ereader, Kindle-bestand of Word-bestand. Overigens met veel dank aan Elise Merks voor de eindredactie.

Wie het liever in het Engels leest, kan dat hier doen (in een beter gecorrigeerde tekst dan elders op internet beschikbaar is). En op de site van de Kipling Society is wat achtergrondinformatie te vinden, alsmede aantekeningen bij de tekst.

Oorlogsgraven bij Saint-Jean-sur-Tourbe, 19 december 1916.
Bron: Boston.com

Uit bewondering voor ‘The Gardener’ heb ik de afgelopen maanden ook wat andere verhalen van Kipling gelezen, maar ben daardoor nog geen fan van zijn werk geworden. De meeste vond ik tamelijk saai, oubollig, mislukt lollig of soms gewoonweg niet te volgen. Ze vereisten vaak veel te veel voetnoten over historische realia en andere verwijzingen, of stonden bol van fonetisch weergegeven dialoog in cockney of ander lastig leesbaar sociolect, wat ik vaak een afknapper vind. En de kwaliteit van de verhalen woog daar voor mij nooit tegenop, een enkele rake zin of treffend beeld daargelaten. Heb ik toevallig de verkeerde verhalen gelezen, schiet mijn smaak tekort, of is dit ene verhaal een zeldzame uitschieter in zijn oeuvre?

En is dit verhaal dan misschien zo goed doordat het een autobiografische component heeft? De enige zoon van Kipling is in de Eerste Wereldoorlog gesneuveld. Het verhaal is beslist geen beschrijving van Kiplings verlies, maar ik kan het toch ook niet anders lezen dan als een literaire verwerking van zijn verdriet. En de onderkoelde, indirecte wijze waarop hij daaraan gestalte geeft, is misschien wel de reden dat ik dit zo’n indrukwekkend en ontroerend verhaal vind.

Oorlogsgraven bij Verdun.
Bron: Wikipedia.

Meer ga ik er nu niet over zeggen. Misschien dat ik later op dit blog nog wat aantekeningen over het verhaal en de vertaling plaats.

Wie Neil Gaiman erover wil horen, kan terecht op de site van de Guardian. Na zijn inleiding wordt het verhaal daar ook nog eens heel mooi voorgelezen door een actrice. Maar ik zeg erbij: Gaimans inleiding zou eigenlijk een nawoord moeten zijn. Het gaat te ver om te spreken van spoilers (Kipling is geen Roald Dahl), maar toch: je kunt beter blanco aan dit verhaal beginnen. Als je het net zo goed vindt als ik, wil je het daarna waarschijnlijk een tweede keer lezen, en lees je ineens een heel ander verhaal. Twee voor de prijs van één – en het wás al gratis!

Veel plezier, en ik ben benieuwd wat anderen van dit verhaal vinden. Ook als je mening erop neerkomt dat ik dit verhaal te hoog, of Kiplings andere werk juist te laag aansla.

Populairst de afgelopen 30 dagen

Populairst aller tijden ooit: