Schwob avant la lettre
Die postuum verschenen vertaling Gevoel en verstand werd in het tijdschrift Opwaartsche wegen positief besproken door Harm van der Leek (een auteur over wie ik op internet alleen heb kunnen vinden dat hij een leraar Duits was ‘die al vroeg in de oorlog om verzetsactiviteiten werd gefusilleerd’ – maar dat was dus bijna twintig jaar later). De uitgave van deze vertaling was volgens Van der Leek te danken aan het succes dat Wereldbibliotheek had geoogst met de heruitgave van een Nederlandse klassieker uit ongeveer dezelfde tijd:blijkbaar is dit boek door uitgeefster bestemd voor het publiek, dat haar zoo dankbaar was voor de renovatie van een Sara Burgerhardt. Ook ‘Sense and Sensibility’ is een ruim honderdjarige roman, eveneens een werk van vrouwenhand, een geestige, scherpwaargenomen en minutieus afgewerkte teekening van een zeer bepaalde, afgesloten maatschappelijke kring en, niet minder dan onze prilste roman, een stuk woordkunst, geboren uit de ‘copieerlust des dagelijkschen levens.’Dezelfde vergelijking met Sara Burgerhart viel al in een korte bespreking in Rotterdamsch nieuwsblad van 9 december 1922, waarin Austen ook werd omschreven als een ‘onbekende schrijfster’. Wereldbibliotheek was er dus, als een soort Schwob avant la lettre, vroeg bij met het brengen van ‘vergeten schrijvers’...
Telegraaf, 27-01-1950 |
‘Een ongerijmde eisch’
Over de vertaling wordt door het Rotterdamsch Nieuwsblad en Van der Leek niets gezegd – of het moet Van der Leeks opmerking zijn datwie Wolff-Deken kan genieten, [...] ook Jane Austen niet [zal] versmaden, al hebben dan ook de eerstgenoemden hun literatuurlijstjes- en examen-populariteit in het voordeel (Saartje Burgerhardt te kennen is op heden eisch van goede opvoeding en examencommissies) en al heeft de laatstgenoemde de vertaling en het Engelsch milieu van haar werk tegen zich.Maar vermoedelijk is dat geen specifieke kritiek op déze vertaling en bedoelt hij slechts dat een vertaling per definitie altijd ‘second best’ is (een schier onuitroeibaar misverstand).
Zijn waardering voor de roman lijkt een programmatische inslag te hebben. Ik begrijp van Wikipedia dat het protestants-christelijke Opwaartsche Wegen zich verzette tegen de doorgeslagen fijngevoeligheid en woordkunst van de Tachtigers, en die afkeer klinkt een beetje door in deze recensie, waarin Austen als een positief tegengif wordt aanbevolen:
Toegestemd, dat ‘Gevoel en Verstand’ een boek is, dat niet direct aanspreekt, zelfs niet eens bijzonder boeit, dat door zijn verbizondering eerder geduld vereischt, dan meesleept, door zijn realisme geen aesthetische ontroering geeft zooals die uitgaat van de verfijnde prozakunst van onzen tijd, dat door zijn groote beheerschtheid voortdurend blijft in een sfeer van bewuste beschouwelijkheid, dat zich gestadig, logisch en in rustig tempo ontwikkelt, gelijkmatig in opbouw, ontwikkeling en afsluiting, - toegegeven, dat het, voor ons veeleischend besef, handelt in een nauw en zeer begrensd milieu, weinig afwisseling, weinig spanning, oppervlakkig beschouwd totaal niets ‘nieuws,’ ja nauwelijks iets ‘interessants’ geeft.Ook ontwaart hij in het boek een ‘in wezen onbedoeld-christelijke geest’, en alleen daarom
Alles toegegeven. Maar het is ook geen werk voor de massa en tegen de verveling. Het is een werk voor de ‘fit and few,’ die niet gulzig verslinden, maar bewust proeven. Het is een boek, dat zijn verborgen waarden eerst openbaart aan toegewijden, wie het niet teveel is, het twee-, drie- en zelfs meermalen te lezen. (Een ongerijmde eisch voor ons huidig publiek, ik weet het).
weidde ik - tegen de gewoonte - uit over dit vertaalde werk, dat zoo kras afsteekt bij de verziekte prozakunst van hier en thans. Nogmaals, wie Wolff-Deken waardeerde, die ga verder en verschaffe zich Jane Austen. Hij zal dan inzien, dat niet alle heil van het heden te verwachten is - maar dat onder 't stof van een eeuw nog onvergankelijke woorden kunnen liggen.Een warme aanbeveling dus. Maar dat het werk van Austen ‘niet voor de massa’ is – daarin vergiste hij zich natuurlijk deerlijk, zoals zeker na de oorlog ook in Nederland zou blijken.
Meisjeshoofd en meisjeshart
Verder kan ik over de ontvangst van Van Uildriks vertaling weinig vinden. Over het Nachleben ervan valt nog wel wat te zeggen: dat leven heeft namelijk behoorlijk lang geduurd. Op de website van de Koninklijke Bibliotheek staat een informeel overzicht van Nederlandse vertalingen van romans van Jane Austen, waaruit blijkt dat Van Uildriks vertaling in 1950 opnieuw is verschenen in een ‘tweede herziene en sterk verkorte uitgave’, die enkele jaren later een derde maal werd herdrukt, en daarna in de jaren 60 opnieuw, maar dan onder een andere titel: Meisjeshoofd en meisjeshart.Leidse Courant | 14 maart 1955 | pagina 3 |
Ach, waarom ook niet: zo te zien was Sis Heyster een soort Nederlandse dokter Spock. Ja nee, die ándere Spock...
Schrijfster voor Wakker Nederland
Terug naar Jane: het aardigste nieuwe feitje dat ik in Delpher opdolf, is dat Gevoel en verstand in 1950 niet alleen is herdrukt in boekvorm, maar ook als feuilleton, en wel in de Telegraaf. Op 27 januari 1950 kondigt die krant niet alleen aan dat ‘de blokbanden zullen gaan verdwijnen’ (een zijpad waarop ik nu werkelijk niet wil ingaan): in het artikel ‘Zijt of wordt gij ook een Janeite?’ introduceren ze ook een nieuw feuilleton van ‘een der beroemdste romans van de Engelse schrijfster Jane Austen, wier populariteit in de laatste jaren zo opmerkelijk is opgelaaid’.bron: Delpher |
En of dat opmerkelijk is: de voor de oorlog nog ‘vergeten’ schrijfster Austen is enkele jaren na de oorlog blijkbaar al uitgegroeid tot een auteur van wie de populariteit is ‘opgelaaid’...
Sterk verkort en herzien?
Van de eerste druk van Van Uildriks vertaling uit 1922 staat gelukkig een PDF op DBNL. Vergelijk je de eerste twee alinea’s van die tekst (die in het Engelse origineel overigens één alinea vormen) met de eerste aflevering in De Telegraaf, dan ziet dat er in Word zo uit:
Als dat de hele roman zo doorgaat, is het inderdaad een stevige herziening, maar zeker geen nieuwe vertaling. Het Telegraaf-feuilleton moet een voorpublicatie zijn geweest van de herdruk van Van Uildriks’ vertaling.
En deze herziening leidt ook al meteen tot inkorting van de tekst: de passage gaat van 225 naar 214 woorden, een vermindering met 4 procent. Het is natuurlijk niet ondenkbaar dat er, zeker voor de krant, ook langere passages zijn geschrapt; dat kan ik hier niet beoordelen.
Radar en de degenstok
Wie nu hoopt dat De Telegraaf in de jaren 50 een literair verantwoorde krant was, moet ik teleurstellen. Dit Austen-feuilleton lijkt een uitzondering. Ik heb niet alle jaargangen doorgespit, maar wel een paar, en de andere feuilletons die ik tegenkwam, betroffen zonder uitzondering pulp van inmiddels vergeten auteurs.Zo wordt Gevoel en verstand op 14 april 1950 opgevolgd door een werkje met de intrigerende titel Radar en de degenstok van de productieve maar inmiddels in de vergetelheid geraakte F. de Sinclair. Om met Raymond Brulez te spreken: ‘Zo tijdelijk, zo vluchtig en wisselvallig de geestdrift voor het litteraire schoon!’
De Telegraaf, 14-04-1950 bron: Delpher |
Gelukkig stelt De Telegraaf hem aan ons voor:
De Sinclair, die ook onder zijn ware naam (A.H. van der Feen) schrijft, werd in 1873 geboren. 43 jaar van zijn arbeidzame leven was hij, u zult het niet geloven, belastingambtenaar, waarvan de laatste elf jaar ontvanger van de directe belastingen te Amsterdam. Hij staat bekend als de enige belastingontvanger, die de mensen laat lachen. Want naast zijn vele beslommeringen met aanslagen en dwangbevelen vond hij nog tijd om te schrijven en één van Nederlands bekendste humoristische auteurs te worden.En de krant waarschuwt:
En als u soms midden in het verhaal denkt, dat u de afloop weet, dan hebt u het mis. Het gaat anders dan u denkt. Als dit niet zo was, zou De Sinclair De Sinclair niet zijn.
Ik weet niet hoelang De Telegraaf in de jaren 50 nog feuilletons is blijven publiceren. Vermoedelijk heeft de gestage toename van het verschijnsel ‘nieuws’ (waaraan zelfs De Telegraaf af en toe moet geloven) het feuilleton uiteindelijk definitief uit de krant verdreven, want reeds in de jaren 50 kom je af en toe deze mededeling tegen:
En zeg nou zelf: is het met de jaren niet steeds méér geworden, de hoeveelheid nieuws die zich dagelijks aan ons opdringt? Donald Trump kan in zijn eentje al iedere week een heel katern vullen – op zijn mínst.
In de volgende aflevering van dit blogfeuilleton nog wat meer over Jane Austen in het Nederland van voor en na de oorlog.
In de volgende aflevering van dit blogfeuilleton nog wat meer over Jane Austen in het Nederland van voor en na de oorlog.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten