Zoeken in deze blog

vrijdag 19 januari 2018

Schwob, kom er maar in

John Lithgow staat op Broadway met een one-man-show waarin hij verhalen vertelt en naspeelt uit een tachtig jaar oude bloemlezing van korte verhalen, in 1939 samengesteld door Somerset Maugham – en heeft daarmee een massale vraag gecreëerd naar dat al jaren niet meer verkrijgbare boek, aldus The Guardian.

bron: Guardian
De prijzen van de schaarse tweedehands exemplaren schieten nu natuurlijk de hoogte in. Dat is gekte. Ook een digitaal exemplaar van de tekst is niet makkelijk te vinden: waarschijnlijk zijn nog niet alle verhalen of vertalingen in het boek rechtenvrij. Het pdf-exemplaar dat wel al beschikbaar is op Archive.org, wordt daarom alleen digitaal uitgeleend: je kunt je inschrijven voor de wachtlijst.

Maar het belangrijkste is op die pagina wel te vinden: de inhoudsopgave van het boek. Dat vind ik aan oude bloemlezingen altijd het interessantste: welke verhalen vond Somerset Maughaum in 1939 de moeite waard om te selecteren?

In dit geval lijkt het mij een ware Fundgrube voor Schwob en uitgevers – en voor gewone liefhebbers van ‘vergeten’ literatuur. Een lijst van 100 verhalen van 96 auteurs – waaronder bijna 40 auteurs van wie ik nog nooit had gehoord. En in Nederland zijn zelfs sommige van de bekendere namen de laatste jaren al als ‘vergeten schrijver’ aan de man gebracht.

De volledige inhoudsopgave staat dus hier. Ter etalering van mijn eigen onwetendheid volgen hier alleen de 39 schrijvers van wie ik, al dan niet terecht, nog nooit had gehoord. Ik had eigenlijk een lijstje van 40, maar Edna Ferber – mij tot vorig jaar ook volledig onbekend – is onlangs ‘herontdekt’ door vertaalster Lisette Graswinckel en Nieuw Amsterdam.

En nu maar lezen:

Krambambuli / Marie von Ebner-Eschenbach
Youth / Karl Emil Franzos
Useless mouths / Octave Mirbeau
Without visible means / Arthur Morrison
The stricken doe / Pierre Mille
The monkey's paw / W.W. Jacobs
The coach / Violet Hunt
The last visit / Tristan Bernard
Papago wedding / Mary Austin
Uncle Franz / Ludwig Thoma
Captain Ribnikov / Alexander Kuprin
Hydromel / Vassili Iretsky
Without cherry blossom / Pantaleimon Romanof
In the town of Berdichev / Vassili Grossman
Hunger / Alexander Neweroff
Romance / Vera Inber
Earth on the hands / Boris Pilnjak
The child / Vsevolod Ivanov
The customer / Georgy Peskov
The knives / Valentine Katayev
The amulet / Jacob Wassermann
In the last coach / Leonhard Frank
The tragedy of Goupil / Louis Pergaud
The chink / Alexandre Arnoux
The golden beetle / Bruno Frank
The Catalan night / Paul Morand
Silent snow, secret snow / Conrad Aiken
The lovely day / Jacques de Lacretelle
On the farm / Hans Friedrich Blunck
A start in life / Ruth Suckow
The desert island / Stella Benson
Orphant Annie / Thyra Samter Winslow
The imposition / L.A.G. Strong
The doll / J. Kessel
The cherry feast / Ernst Glaeser
No more trouble for Jedwick / Louis Paul
If you can't be good, be cautious / T.O. Beachcroft
Convalescence / Kay Boyle
Oklahoma race riot / Frances W. Prentice

Nou ja, misschien moet ik de lijst bij nader inzien inkorten tot 37 auteurs: van Paul Morand had ik wel eens gehoord (Tendres Stocks, vriend van Proust) en van Vassili Grossman is enkele jaren geleden een heel dikke roman in het Nederlands verschenen, geloof ik. Maar de rest...

Ook opvallend: Somerset Maugham was blijkbaar zo bescheiden om van zichzelf geen verhaal op te nemen. Dat siert hem, want iedere andere bloemlezer had dat – zeker toen – ongetwijfeld wel gedaan. (Zelf ben ik niet zo gecharmeerd van zijn werk, maar dat is weer wat anders.)

En nee, dat is een ándere J. Kessel...


donderdag 18 januari 2018

Leven en dood

Ik heb Het leven en de dood in den Ast (1926) van Stijn Streuvels net gelezen: een bijzonder mooie novelle. Het is misschien moeilijk om dit nog aan een hedendaags Nederlands publiek te verkopen: het staat bol van het West-Vlaams dialect. Gelukkig is van veel woorden de betekenis wel ongeveer af te leiden uit de context, en wie toch de moeite doet om dit te lezen wordt daar volgens mij ruimschoots voor beloond. Streuvels’ taalgebruik geeft zijn verhaal een weergaloze couleur locale. En het is heel gek, maar dat dialect van hem klinkt (voor wie er enigszins mee vertrouwd is) vaak minder verouderd dan standaard-Nederlands uit diezelfde tijd.

Zo wordt bijvoorbeeld iemand wakker gemaakt:
Stom kalf! hebt ge den wekker niet gehoord? Is dat gods-mogelijk zóó te slapen!
En als ze even later proberen weer in slaap te komen, is het:
Ei Knorre, gij beest! roept Hutsebolle in een gramte, gij nondedomme, peist ge dat er op de wereld niemand anders moet slapen dan gij alleene? Kruip liever entwaar in een zwijnskot, bij uwe weerga, in plaats van ons hier alzoo de milt af te zagen!
Dat ‘gramte’ (wrevel) is een vrij obscuur woord – misschien een poging om duur te doen? Maar de dialoog zou volgens mij nog steeds ongeveer zo kunnen klinken.

Uitgave Lannoo

De opzet van het verhaal is eenvoudig maar effectief: we volgen de gesprekken en gedachten van drie boerenknechten tijdens hun nachtdienst in de cichorei-drogerij van hun boer. Om de paar uur moeten ze opstaan om de bonen om te scheppen en uit te harken (‘ruifelen’). Tussendoor kletsen ze wat met elkaar en mijmeren over wat ze van hun leven hebben gemaakt, daartoe mede gestimuleerd door een zwerver die in een hoek van de schuur ligt te slapen. De komst van die krekel confronteert deze hardwerkende mieren met hun levenskeuzes. En hun bespiegelingen daarover zijn niet altijd even vrolijk:
Dit huwelijk staat hem nu in de verbeelding als een schromelijke grenspaal die zijn jong leven afgesloten heeft. De leute ineens uit, rads gelijk met een mes... Maar hoe was het tot trouwen gekomen? God weet het! Gauw nadien echter waren hem de oogen opengegaan. Op eenige weken: àl de nieuwigheid er af! - ze stonden tegenover elkaar in hun schamel, bloot wezen, hadden niets meer te toonen of te verduiken, en voelden zich aaneen gebonden gelijk een koppel ossen aan 't zelfde jok... Sedert dien was 't eenbaarlijk trekken geweest, en dan nog niet altijd aan denzelfden streng, want de een wilde soms juit als de ander tuik snokte; van toegeven aan malkander, geen spraak voortaan - liever ruzie en krakeel. Tot we beiden, overvoerd door slameur van werk en jongens, eindelijk tam en murw geworden zijn, ons om 't even schooren moesten voor ons brokke brood.
Aan het eind van de ochtend blijkt de zwerver van ouderdom overleden en wordt het werk hervat. De cirkel is rond. Dat het menselijk bedrijf in deze novelle nadrukkelijk als een cirkelgang wordt geschetst, is al meteen vanaf de eerste alinea’s duidelijk. En alleen in hun dromen kunnen de arbeiders kortstondig aan die cirkel ontsnappen en wat vluchtig geluk ervaren:
Met tegenzin komen ze uit den goeden slaap, en al weten ze 't sedert lang dat droomen zinsbedrog is, toch blijft er altijd de ontgoocheling die verdrietig aandoet, als men in dat dompig kot wakker wordt, om aan 't werk te vallen. Het is altijd de eeuwige, voorgehouden waarheid, die niemand ontgaan kan: dat men in 't zelfde vel blijft steken waarin men geboren is... dat men niet buiten de dingen kan die u omgeven, tenzij in den droom. Maar dat is dan ook enkel droomen - om bij 't ontwaken zooveel te meer de verdrietigheid te voelen en de treurigheid te ondergaan van het onvermijdelijke vastzitten... en dieper in de moze te verzinken...
Het leven lijkt slechts desillusie te brengen:
Met oud te worden went een mensch aan alles, ook aan een kwaad wijf, men geraakt onverschillig aan de dingen waar vroeger al het belang in gelegen was, omdat men voor de ondervinding staat dat alles op niets uitloopt en ten ondomme geschiedt. Vroeger welde soms nog de spijt om 't gedacht aan 't geen voorbij was en nooit meer zou terugkomen, maar dàt ook geraakt achterna bij den brol en 't oudijzer. En toch blijft er altijd een zekere treurnis en twijfel aan de mogelijkheid om 't geen ànders had kunnen zijn...
De ‘leute’ en de illusies die aan die onverschilligheid en teleurstelling voorafgaan, de branie van de uitgaande jeugd, weet Streuvels overigens ook in rijke kleuren te schilderen. Net als de subtiele standsverschillen in de boerensamenleving, zoals geschetst in het portret van de boer en zijn familie.

Aan het begin van de avond komt die boer even kijken of alles goed gaat en maakt een praatje met zijn werknemers. Maar van echt contact is geen sprake:
't Gesprek tusschen boer en drogers gaat gezapig, over bekende onderwerpen: 't werk, het weer, de suikerijen, den prijs der boonen. Het is een vormelijk gekeuvel, hetzelfde van alle dagen, zonder drift of begeestering, uit gewoonte, omdat het zoo hoort als men samen zit, met gapingen telkens een onderwerp is afgehandeld; ondertusschen blijft elk in eigen gedachten bezig, die met 't gesprek niets te maken hebben - dingen welke men liefst onuitgesproken houdt, die effen aan opkomen en gewekt worden door een woord in verre verband of in geheel anderen zin waarop het uitgesproken werd. Want hetgeen den boer op de ziele drukt, daarmede moet hij bij 't werkvolk niet afkomen; en zij evenmin zullen hem mededeelen wat hun gemoed bezwaart. 
Die laatste zin raakt aan een kernthema van het boek, want het is heus niet alleen tegen hun boer dat de knechten niet echt kunnen zeggen wat ze denken. Dat onvermogen tot wezenlijke communicatie is hier een constante van alle conversatie, zoals Streuvels bij herhaling benadrukt:
In gedachten doen ze wederzijds beschouwingen over hun stand in 't leven, en daar raken zij dingen aan die zelfs niet onder 't eigen bloed, of tusschen naastbestaanden, ooit uitgesproken worden; zelfs op de plechtige stonden van het leven praat men daarover heen, want bij ingeving en gevoel maakt ieder bij zich zelven het onderscheid in 't geen gezegd en 't geen verzwegen wordt, - omdat 't één aan 't oppervlak van hun wezen ligt, - 't ander in de onderste lade verborgen blijft; zelfs als de nood aan mededeeling het naar boven dwingt, voelt men de onmacht, daar het buiten den toon der gewone gesprekken valt, en aanstellerig, valsch klinken zou, en daarenboven niemand over woorden beschikt om het uit te drukken.
Over die woorden beschikt Streuvels gelukkig wel.

En omdat veel van die woorden niet in Van Dale staan en niet bij iedereen bekend zijn, hier nog een verklarend woordenlijstje bij de bovenstaande citaten:

peist = peinst, denkt
gramte = gram, wrevel
entwaar = ergens
weerga = gelijke
verduiken = verbergen
eenbaarlijk = onophoudelijk, voortdurend
juit en tuik =  nergens gevonden; gelegenheidswoord? Lokale term voor links en rechts, of snel en langzaam?
snokte = rukte
slameur = moeite en zorg, beslommeringen
schoren = inspannen, schrap zetten (?)
moze = modder
ten ondomme = nutteloos, vergeefs
brol = rommel

dinsdag 16 januari 2018

Nare mensen

De groeiende toegankelijkheid van krantenarchieven – die van Trouw, de Volkskrant en Het Parool zijn sinds kort aan Delpher toegevoegd – roept soms meer vragen op dan erdoor beantwoord worden.
Het Parool 23-02-1978
bron: Delpher

maandag 15 januari 2018

Great stuff

‘She was of the stuff of which great men’s mothers are made.’
Far from the Madding Crowd
Thomas Hardy weet wel hoe hij een vrouw moet complimenteren.

De film vond ik een oogstrelende mislukking.

zondag 14 januari 2018

De mooiste taal van de wereld

Als het gaat om muziek (la musique!) en de liefde (l’amour!) – en komt dat uiteindelijk niet op hetzelfde neer? (memmen le même!) – gaat er toch niets boven de Franse taal. De mooiste taal ter wereld!

Dat bewijst Joop Maes hier weer met zijn nieuwe zomerhit La joindrouille. Zo mooi!


Tranen in mijn ogen.

vrijdag 12 januari 2018

Wie wint de Zwarte Trui?

Ik zit een flutprogramma te vertalen en merk weer dat alles toch zijn nut heeft en niets verloren gaat. Want afdalend in deze diepste krochten van de documentairekunst vind ik tussen alle nutteloze feiten die over me worden uitgestort ook een nieuwtje waardoor ik plots besef: Bob den Uyl leeft!


Of draait hij zich alleen om in zijn graf?

In ieder geval: wielrennen in de mijnen, het is al jaren mogelijk. De Ronde van het Carboon is ingehaald door de tijd. Ondergronds fietsen is een complete toeristenindustrie geworden.


Lang leve de zwarte trui! Welkom in de surrealiteit! Bob den Uyl for president!

woensdag 10 januari 2018

Say it with a brick

“Ivanka is zo dom als een baksteen,” zou Steve Bannon gezegd hebben, volgens NRC vorige week. Een haastige journalistenvertaling, dacht ik. Hij noemde haar natuurlijk thick as a brick, en dat zou ik niet meteen plompverloren met baksteen vertalen: het is een staande uitdrukking omdat het rijmt, niet omdat Engelstaligen een baksteen nou bij uitstek dom vinden. Hij vindt haar gewoon oliedom. Dacht ik.

Hoor ik vanochtend de BBC-nieuwslezer op de radio zeggen dat Bannon haar “dumb as a brick” heeft genoemd. Ik moet dus niet zo dom zeiken en eerst maar eens beter mijn werk doen.


Al bekruipt me nu wel de wens om het te vertalen als “Ivanka is zo dom als olie”...

(Zo dom als een deur?)

Tijd voor een liedje...


maandag 8 januari 2018

Boekenboeven

Hoe liep dat nou eigenlijk af, dat kort geding in 1968 van Bruna tegen de Kijkgrijp, die de vaste boekenprijs wilde ontduiken? Merkwaardig genoeg is dat niet één-twee-drie in Delpher te vinden: alsof de kranten wel schreven over het proces, maar niet over het vonnis. 

Ik zal wel verkeerd zoeken. Maar dat het probleem bleef bestaan, lijkt duidelijk: negen jaar later plaatste de VvL (de huidige Auteursbond) een advertentie in de dagbladen om lezers te waarschuwen voor de funeste gevolgen van afbraakprijzen bij weer andere winkelketens:

NRC Handelsblad 30-04-1977
bron: Delpher

En dat ondernemers het tot op de dag van vandaag blijven proberen, is te zien op de site van het Commissariaat voor de Media, de instantie die hier inmiddels over oordeelt. De boetes variëren van een symbolische €1 voor een AH-filiaal in Vlissingen tot €20.000 of meer voor Christine le Duc, dat klanten lokte (en bond?) door ze bij aanschaf van Vijftig tinten grijs een stel handboeien cadeau te doen...

vrijdag 5 januari 2018

De beste romanschrijver van de wereld

De allerlaatste Parool-editie van de jaren 70 is niet alleen interessant vanwege de lijst met toenmalige jeukwoorden, maar ook omdat in die krant Leon Edels monumentale biografie van Henry James tot een van de drie beste boeken van het jaar wordt uitgeroepen door... Henk Spaan!

Tegenwoordig deelt hij in Het Parool rapportcijfers uit aan voetballers, en voor mijn generatie heeft hij zich vooral onsterfelijk gemaakt met de tv-programma’s Pisa en Verona. Maar in zijn columns van de jaren 70 toont Spaan zich een fervent liefhebber van het werk van James. Neem bijvoorbeeld een column uit 1978 over de wachtkamer bij de tandarts:
Ik [...] observeerde de twee andere slachtoffers. De een las een roman van Henry James, de ander een boek van Nabokov. De laatste zat voortdurend te gapen, terwijl de eerste, met rode oortjes, nauwelijks kon wachten met het omslaan van de pagina’s. Als ik in betere doen was geweest, had ik misschien even zachtjes geapplaudisseerd. 
Ik applaudisseer zachtjes voor Spaan, omdat hij het werk van James zo positief afzet tegen dat van Nabokov, die me ook vaak doet gapen.

De schaamte voorbij

1979 is het jaar waarin Spaan helemaal uit de kast komt als liefhebber van James. In juli schrijft hij verschillende columns over zijn vakantie in Italië:
We dronken bier op een terras in de heilige stad Assisië. Mijn vrouw las Italienische Reise van Goethe (gelukkig hebben we een Duits woordenboek bij ons. We zijn het er roerend over eens dat je woorden die je niet kent, moet opzoeken. Daarvan leer je het meest.)
Ik las de dikste biografie ter wereld: meer dan 2000 bladzijden over Henry James. Rechtvaardig vond ik dat. Over de beste romanschrijver van de wereld was de dikste biografie geschreven.
Na ettelijke verwijzingen naar James vanuit Italië is Spaan in september blijkbaar nog steeds vol van hem, want dan vormt zijn roman The Bostonians uitgangspunt voor een tirade tegen het feminisme:
Ik was juist beland in het hoofdstuk waarin de Anja Meulenbelt uit die dagen, door James op een geestige en dus afdoende manier te grazen werd genomen. Honderd jaar geleden kende Boston een vrouwenbeweging waarin Henry James dezelfde karaktereigenschappen toeschreef als sommige critici het hedendaagse feminisme toedichten: hysterie, domheid, bekeringsdrift, ego-centrisme, humorloosheid en een bord voor de kop. Eens een sekte, blijft een sekte, was mijn voorzichtige conclusie.
„Wat lees jij?” vroeg mijn vrouw.
„O, iets van Henry James. Dat is iemand die al in de vorige eeuw vrouwen een zeer goed hart toedroeg”, antwoordde ik. Hier was geen woord aan gelogen.
Hoe die aardig begonnen column uiteindelijk in tamelijk humorloos gemopper over Opzij verzandt, moet je zelf maar nalezen op Delpher. Ik blog hier om Spaan te bewieroken, niet om hem te begraven.

Voor de eendjes

Voor mij was het een verrassing: dat de geestelijk vader van ‘Kopje koffie, glazenwasser?’ zo’n groot bewonderaar was van de (in zijn woorden) ‘beste romanschrijver van de wereld’. Dat culmineerde in 1979 dus in zijn jaaroverzicht:

Het Parool, 31-12-79
bron: Delpher

Poef!

Voor liefhebbers van lijstjes en historische raadseltjes is dat hele jaaroverzicht natuurlijk interessant. Van sommige dingen weet ik nog ongeveer hoe het zat of kan ik het wel raden. Over die broer van Luns kun je hier iets lezen (had te maken met zijn NSB-lidmaatschap, vandaar ook de grap over Aantjes). Ook over W.F. Hermans, Aad Nuis en de Weinreb-affaire is op internet meer te vinden dan je ooit wilt weten. Maar wie is Fraule Wwwttwl?

En vanwaar die drie ‘toppunten van religie’? Waren die positief of negatief bedoeld? Bij het pauselijk bezoek aan Ierland in 1979 werd de pausmobiel voor het eerst gebruikt: de kiem voor Popie Jopie.

En Khomeini? Ik ga ervan uit dat Spaan hem naar zijn poef stuurde.



De mensen lopen langs hem heen

Ook leuk: onder het jaaroverzicht van Spaan stond een aflevering uit een bijzonder feuilleton: Rodolphe Töpffers Prikkebeen in de vertaling van Gerrit Komrij.

Het Parool, 31-12-79
bron: Delpher
Ik zou bijna nostalgisch worden naar een tijd dat Nederlandse kranten nog een feuilleton durfden te publiceren van een bijna honderdvijftig jaar oude tekst.

Ach ja. Vroeger was vast alles beter, maar toch moedig voorwaarts maar weer.

Het Parool, 31-12-79
bron: Delpher

woensdag 3 januari 2018

Kijkgrijp

Om nog even terug te grijpen op de grootste taalergernissen van de jaren 70 volgens Het Parool: van het woord ‘kijkgrijpwinkel’ had ik nog nooit gehoord. En in heel Delpher komt het maar drie keer voor. Hoe gangbaar kan het geweest zijn?

Gangbaarder dan ik denk, waarschijnlijk. De term werd volgens Wim Daniëls in 1950 voor het eerst gebruikt door Wim Groenewoudt, een grutter uit Bussum die zijn zaak zo noemde; Wikipedia dateert het op 1949, toen de Velsense ondernemer Dirk Kat (van o.a. Dekamarkt) een hele winkelketen opzette die Kijkgrijp heette. Volgens de site van Dirk van de Broek (dat Dekamarkt, uiteindelijk heeft overgenomen) dateert de naam dan weer van 1953.

Enfin, een winkelketen dus, die tot in deze eeuw heeft bestaan en waarvan ik nog nooit had gehoord, laat staan dat ik er een voet had gezet. Er was trouwens ook wel reden om iets op die winkels tegen te hebben, want in 1968 blijken ze een poging te hebben gedaan om onder de vaste boekenprijs uit te komen:

De Volkskrant, 25-04-1968
bron: Delpher
Hoe dit afliep, heb ik niet kunnen vinden.

Wel zag ik toevallig dat het woord kijkgrijpwinkel, alle ergernis van Het Parool ten spijt, nog jarenlang is blijven bestaan – en aanstoot bleef geven. In een PZC van bijna tien jaar later stuitte ik op dit merkwaardige artikeltje:

Provinciale Zeeuwsche Courant, 12-07-1988
bron: Krantenbank Zeeland
Een toelichting ontbreekt, maar het kan niet anders: weer een lijstje met taalergernissen.

Schattig toch, die irritatie over de bieb – in België trouwens, als ‘bib’ gespeld, inmiddels zo ingeburgerd dat het praktisch officieel is:


En let ook op die alweer bijna vergeten voorganger van genderneutraal: uniseks.

Dat we hardlopen vroeger ‘trimmen’ noemden, herinner ik me nog wel. Dat mensen zich daaraan ergerden, wist ik niet. Ook geen idee wat ik me moet voorstellen bij autowandelen of klachtenvangers. En wat is er mis met het al meer dan honderd jaar oude ‘flapdrol’? Waren de Zeeuwen bang dat het hun bolus zou verdringen?

Ach ja, taalergernisnostalgie. Ik zeg: Helemaal mooi! (Zo wel goed dan?)

(PS: ik kon toch niet nalaten om het even op te zoeken: al in 1907 durfden kranten ‘flapdrol’ af te drukken. Dat had ik niet gedacht. Dit komt uit een stukje getiteld ‘Kiekjes uit de Rechtszaal’.)

Rotterdamsch nieuwsblad 28-10-1907
bron: Delpher

Pushing the right buttons

Trump leest Van Tol. Een nieuw feuilleton in honderd delen?

Fokke en Sukke in NRC gisteren:


Trump op Twitter vandaag:


Daarom snap ik het nooit goed als mensen zeggen dat komieken met Trump ‘goud in handen hebben’. Hij is zo’n hansworst dat er niet zo heel veel leuke of originele grappen over hem te maken zijn.

Hij ís de grap. Een hele erge.

(Al is het misschien ook een vorm van intellectueel snobisme om dat te zeggen. Een groot deel van zijn electoraat is natuurlijk juist dol op dat gebral en gebluf – en ergens snap ik dat ook wel. In sommige opzichten Donald knows exactly how to push the right buttons. Zet je maar schrap voor zijn herverkiezing.)

maandag 1 januari 2018

Weg met die woorden — dus!

Zien we het nog zitten?

Vooruit, een nieuw jaar dan maar weer. Met ongetwijfeld weer wat terrorisme in de huiskamers.

Parool, 31-12-1979
bron: Delpher

Volgens deze zeer deskundig kijkende man dateert dát overigens al van de jaren 70...

Op 31 december 1979, op de drempel van de jaren 80, blikte het Parool terug op het voorbije decennium, waarin zich volgens columnist Nico Merx
een collectieve angst moet hebben meester gemaakt van de bewoners der Lage Landen. Een angst voor het onbekende dat aan de einder van deze eeuw wacht, bracht een massale huiver teweeg en vrijwel eendrachtig nam men de vlucht in een nieuwe romantiek in zijn vreselijkste vormen.
Die nostalgie uitte zich op een manier die de theorie van de eeuwige wederkeer zachtjes bevestigt:
Opoes jurken werden uit de vullis getrokken, het rustieke eiken meubel en het wagenwiel namen een grote vlucht, terwijl de makers van echte antieke olielampen aan de vraag nauwelijks konden voldoen. Behoorlijk eten werd vrijwel onmogelijk. Redelijke gelegenheden verwerden tot bistro, waar men zijn eten vanaf een plank moest nuttigen.
Want grappig genoeg zitten de bistro’s waar je tegenwoordig je Amsterdamse flammkuchen of artisanale hamburger van een plank moet nuttigen óók weer vaak vol jongelui in opoe’s jurk en opa’s baard.

Parool, 31-12-1979
bron: Delpher

Voelen we ons aangesproken?

Het leukste onderdeel van de terugblik vond ik een lange lijst van meer dan 250 woorden waarvan de krant blijkbaar afscheid hoopte te kunnen nemen. ‘Jeukwoorden’ schijn je dat tegenwoordig te noemen – een woord waar ik eigenlijk ook een beetje jeuk van krijg.

Parool, 31-12-1979
bron: Delpher

De uitdrukking ‘jeuk krijgen’ staat overigens niet in deze lijst, maar als iemand hem toen had gebruikt, zou hij er vast wel op zijn beland. Want zeg eens eerlijk, welke van deze woorden beschouwen we nu nog als taboe of uitgesproken ergerlijk?

Hieronder de volledige lijst van woorden die het Parool met ingang van de jaren 80 hoopte af te schaffen, maar die in overgrote meerderheid inmiddels zo zijn ingeburgerd dat niemand er nog over valt. Lijkt mij. Dus.

Speciaal voor jullie overgetikt. Graag gedaan!

O, sorry.

Enneh... zelfs aan het zwarte pieten wilden ze dus tóen al een eind maken! (Is niet gelukt. Wie gaan we daarvoor de... eh... schuld toeschuiven?)

Weg met die woorden – dus


A
Aan de bak komen
Aandragen
Aankaarten
Aanleveren
Aansmeren
Aanzwengelen
Achterliggend
Activeringsplan
Adequaat
Afbouwen
Afchecken
Afhechten
Afvloeien
Alert blijven op
Alternatief
Ambiance
Arbeiderspoëzie
Arbeidstherapie
A-selecte steekproef
Assertiviteitstraining
Ayatollah (de — van de PvdA)

B
Baaldag
Bandbreedte
Basis (—filosofie, —voorziening)
Beleidsambtenaar
Beleidsmatig
Beleidsombuiging
Beleidsprocedure
Beleidsstuk
Beleidsuitgangspunt
Beleidsvormingsproces
Beroepsperspectief
Besluitvormingsprocedure
Bespreekbaar maken
Bestand (bomen—, huizen—)
Bestuurlijke informatie
Bestuurslaag (—niveau, —structuur)
Bewindslieden
Bezigheidstherapie
Bilateraal
Bouwpoot
Brugfunctie
Bijsturing

C
Claimen
Communicatief
Communicatiestromen
Computergestuurd
Concreet gestalte geven
Confrontatie
Consequentie
Constellatie
Consumptiepakket
Contactgestoord
Contourennota
Contraproduktief
Controversieel
Crisisinterventie(centrum)

D
Demotiveren
Derde poot
Derde Wereldwinkel
Deskundigheidsbevordering
Diametraal
Dienstverleningsproject
Differentiatie
Differentieel aanbod
Dimensionering
Discutabel
Dissidenten in de CDA-fractie
Diverse geledingen
Doeg!
Doehoeg!
Doei!
Doelgroep
Doorexerceren
Doorheenfietsen
Doorzichtig maken
Dus
Dwarsliggen

E
Eerstelijns-werkers
Effectiviteit
Emancipatorisch
Ergotherapeut(e)
Evaluatie
Evangelische
bewogenheid
Externe deskundigen

F
Feedback
Frustratiedrempel
Functieprofiel
Functiestructurering
Functioneel
Fundamenteel

G
Gat in de markt
Gecompliceerd
Gedragscode
Gedragsgestoord
Geïnstitutionaliseerde kaders
Geïntegreerde aanpak
Globaal
Goed overkomen
Gooien (in de groep —)
Graag gedaan!
Groeikernenbeleid
Groene licht
Groepsgebeuren
Groepsproces

H
Haaks staan op
Haalbaarheid(sfactor)
Handvat (— voor discussie)
Hardmaken
Hebbedingetjes
Helemaal te (— gek, — maf)
Herstructurering
Horizontaal communiceren
Huisvestingsnormen
Huiswerk overmaken
Hulpverleningsaanbod
Hulpvormen

I
Implementeren
Incrowdvorming
In de fout gaan
Informatiestromen
In gang zetten
Inhaken
In het kader van
Inhuren
Initiëren
Inschatten
Inseinen
Inspraak(procedure)
Insteken
Institutioneel
Integraal
Interactie
Intergemeentelijk
Intervisie
Intramuraal
Invalshoek
In vinden (daar kan ik mij -)
Inzichtelijk

J
Jongerenvoorziening
Justitiabel

K
Kamergebeuren
Kansarm
Klip en klaar
Knelpunten(nota)
Kosten-baten-analyse
Kresj [NB: ik denk dat de irritatie niet deze spelling, maar het woord zelf gold; FL]
Kretologie
Kijkgrijpwinkel

L
LAT-relatie
Leefsituatie
Limitatief
Logischerwijze
Loskoppelen
Loyalisten in de CDA-fractie
Lijnmanagement

M
Maatschappijkritisch (—bewust)
Mannenpraatgroep
Marginaal
Meedenken
Miskleun
Mist ingaan
Moeilijk bemiddelbare cliënten
Monodisciplinair
Motivatie
Multifunctioneel
Multimediashow
Multi-moment-opname

N
Naar toe (—de achterban)
Nipte zege
Nulmodel

0
Oefensituatie
Ombuigen
Omturnen
Onderbouwen
Ontslagcriterium
Op de tocht zetten
Opschonen
Optimaal
functioneren
Organisatiestructuur
Ouderparticipatie
Overkomen
Overlegsituatie (—structuur)
Overloopproblematiek

P
Participatiestructuur
Piepschuim
Plaatje (het hele —)
Platwalsen
Polarisatiemodel
Poly-interpretabel
Positioneren
Praatgroep (—papier, —stuk)
Preventiewerker
Procedure-analyse
Procedureel
Procescoördinatie
Procesmatige begeleiding
Processtandaardcondities
Professioneel
Profielschets
Programma van eisen
Projectgroep
Psychedelisch

Q
Quartaire sector

R
Randvoorwaarde
Referentiekader
Relatiepatroon (—stoornis)
Representant
Ritselen (iets —)
Rolbevestigen
Rol(len)patroon

S
Samenwerkingsproblemen
Scharrelkip
Segmentering
Sex in Tirol
Sfeerfunctie
Signalen (—uit de samenleving)
Sleutelen
Sociale existentie
Sociogroepen
Sonderen
Speerpunten(industrie)
Stadsvernieuwingsurgenten
Structureel
Stuurgroep
Suboptimalisatie

T
Tackelen (problemen —)
Takenpakket
Teamverband
Terugkoppelen (—naar de basis)
Toegesneden
Totaalweigeraar
Trendgevoelig (—matig)
Tijdsinvestering
Tijdsklem

U
Uitbalanceren
Uitbouwen
Uitgangsprincipes
Uithandelen

V
Vakinhoudelijk
Veldwerker
Verbale agressie
Vergelijkingsdoeleinden
Verlanglijstje
Vertrekpunten
Verzelfstandiging
Vinger aan de plts
Volume-accres (—beleid)
Voortouw nemen
Voorzieningenpakket
Vrouwenpraatgroep

W
Wegwerp- (—artikel, —argument)
Welzijnsgericht
Wereldwinkel
Werkafspraak
Werkplan
Werksoorten
Werkstructurering
Winkeltje
Woningen realiseren
Woonelement
Woonfunctie
Woonproject
Woonsituatie

Z
Zich aangesproken voelen
Zien zitten
Zitelement
Zorgsysteem
Zwartboek
Zwarte piet (— toespelen, — doorspelen)

Populairst de afgelopen 30 dagen

Populairst aller tijden ooit: