Uit de inboedel van mijn vorig jaar overleden moeder dook deze week ineens dit voorwerp op: een etuitje met drie stokjes, ongeveer ter grootte van een lucifer, én in de vorm van een lucifer. De tekst op het hoesje wees uit dat dit in de jaren 70 werd uitgedeeld aan klanten in het (toen nog) eetcafé van mijn ouders. Ik was ze totaal vergeten, maar wist bij het weerzien wel meteen dat ik als kind veel met die kleine stokjes had gespeeld. Het is van plastic en het heeft een kleurtje, meer had je als kind toen niet nodig om je te vermaken. Maar waar dienden ze eigenlijk voor?
Mijn oom moest mijn geheugen opfrissen, en toen bleek het om een zeldzaam nutteloos voorwerp te gaan, een hulpmiddel voor een spelletje dat in die jaren een kleine rage moet zijn geweest. Nutteloos, omdat deze stokjes dubbel overbodig zijn. Spelletjes zijn natuurlijk per definitie nutteloos, dat is het hele idee. Maar deze stokjes bootsen lucifers na, omdat ze zijn bedoeld voor een spel dat ook gewoon met lucifers kon worden gespeeld. Dat is toch wel de nutteloosheid ten top, zeker in een tijd dat er in cafés nog volop werd gepaft en er dus altijd ruimschoots lucifers voorhanden waren.
Het spel heette knobbelen of bamzaaien. Een eenvoudig caféspelletje, nog simpeler dan steen-schaar-papier. Beschrijvingen zijn op internet of Wikipedia te vinden.
Sterker nog, Jacobse en Van Es hebben er een instructiefilmpje voor gemaakt:
En mede omdat Koot en Bie er een sketch aan wijdden, denk ik dat het destijds een kleine rage moet zijn geweest. (Aan het filmpje zie je dat Koot en Bie ook erg flauw konden zijn; ik vind de grap hier wel heel dun, en de sketch duurt errug lang.)
Of hebben zij er een rage van gemáákt? Hoe het ook zij, het was blijkbaar populair genoeg om er plastic merchandising voor te produceren; tot ver in de jaren tachtig aan toe, als de informatie op deze site klopt, en blijkbaar ook in andere kleuren:
Zelfs in de literatuur zijn bamzaaistokjes niet geheel onopgemerkt gebleven. Het vrij recente gedicht ‘In de verte’ van K. Schippers begint ermee:
Je hebt iets uitgeleend, je wilt het terug,Op de site van Poetry International staat de tekst en leest hij het voor.
een boek of zijn het bamzaaistokjes, je
krijgt ze niet en je denkt: ik laat het zo.
Nutteloze kennis, nutteloze stokjes – en daarmee misschien ook K.Schippers-voorwerpen bij uitstek?
Ik laat het zo.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten