Tegenwoordig deelt hij in Het Parool rapportcijfers uit aan voetballers, en voor mijn generatie heeft hij zich vooral onsterfelijk gemaakt met de tv-programma’s Pisa en Verona. Maar in zijn columns van de jaren 70 toont Spaan zich een fervent liefhebber van het werk van James. Neem bijvoorbeeld een column uit 1978 over de wachtkamer bij de tandarts:
Ik [...] observeerde de twee andere slachtoffers. De een las een roman van Henry James, de ander een boek van Nabokov. De laatste zat voortdurend te gapen, terwijl de eerste, met rode oortjes, nauwelijks kon wachten met het omslaan van de pagina’s. Als ik in betere doen was geweest, had ik misschien even zachtjes geapplaudisseerd.Ik applaudisseer zachtjes voor Spaan, omdat hij het werk van James zo positief afzet tegen dat van Nabokov, die me ook vaak doet gapen.
De schaamte voorbij
1979 is het jaar waarin Spaan helemaal uit de kast komt als liefhebber van James. In juli schrijft hij verschillende columns over zijn vakantie in Italië:We dronken bier op een terras in de heilige stad Assisië. Mijn vrouw las Italienische Reise van Goethe (gelukkig hebben we een Duits woordenboek bij ons. We zijn het er roerend over eens dat je woorden die je niet kent, moet opzoeken. Daarvan leer je het meest.)Na ettelijke verwijzingen naar James vanuit Italië is Spaan in september blijkbaar nog steeds vol van hem, want dan vormt zijn roman The Bostonians uitgangspunt voor een tirade tegen het feminisme:
Ik las de dikste biografie ter wereld: meer dan 2000 bladzijden over Henry James. Rechtvaardig vond ik dat. Over de beste romanschrijver van de wereld was de dikste biografie geschreven.
Ik was juist beland in het hoofdstuk waarin de Anja Meulenbelt uit die dagen, door James op een geestige en dus afdoende manier te grazen werd genomen. Honderd jaar geleden kende Boston een vrouwenbeweging waarin Henry James dezelfde karaktereigenschappen toeschreef als sommige critici het hedendaagse feminisme toedichten: hysterie, domheid, bekeringsdrift, ego-centrisme, humorloosheid en een bord voor de kop. Eens een sekte, blijft een sekte, was mijn voorzichtige conclusie.Hoe die aardig begonnen column uiteindelijk in tamelijk humorloos gemopper over Opzij verzandt, moet je zelf maar nalezen op Delpher. Ik blog hier om Spaan te bewieroken, niet om hem te begraven.
„Wat lees jij?” vroeg mijn vrouw.
„O, iets van Henry James. Dat is iemand die al in de vorige eeuw vrouwen een zeer goed hart toedroeg”, antwoordde ik. Hier was geen woord aan gelogen.
Voor de eendjes
Voor mij was het een verrassing: dat de geestelijk vader van ‘Kopje koffie, glazenwasser?’ zo’n groot bewonderaar was van de (in zijn woorden) ‘beste romanschrijver van de wereld’. Dat culmineerde in 1979 dus in zijn jaaroverzicht:![]() |
Het Parool, 31-12-79 bron: Delpher |
Poef!
Voor liefhebbers van lijstjes en historische raadseltjes is dat hele jaaroverzicht natuurlijk interessant. Van sommige dingen weet ik nog ongeveer hoe het zat of kan ik het wel raden. Over die broer van Luns kun je hier iets lezen (had te maken met zijn NSB-lidmaatschap, vandaar ook de grap over Aantjes). Ook over W.F. Hermans, Aad Nuis en de Weinreb-affaire is op internet meer te vinden dan je ooit wilt weten. Maar wie is Fraule Wwwttwl?En vanwaar die drie ‘toppunten van religie’? Waren die positief of negatief bedoeld? Bij het pauselijk bezoek aan Ierland in 1979 werd de pausmobiel voor het eerst gebruikt: de kiem voor Popie Jopie.
En Khomeini? Ik ga ervan uit dat Spaan hem naar zijn poef stuurde.
De mensen lopen langs hem heen
Ook leuk: onder het jaaroverzicht van Spaan stond een aflevering uit een bijzonder feuilleton: Rodolphe Töpffers Prikkebeen in de vertaling van Gerrit Komrij.![]() |
Het Parool, 31-12-79 bron: Delpher |
Ach ja. Vroeger was vast alles beter, maar toch moedig voorwaarts maar weer.
![]() |
Het Parool, 31-12-79 bron: Delpher |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten