Op het omslag van de nieuwe uitgave prijkt een opvallende afbeelding van George Barbier die de (lees)lust ook prikkelt. Dat plaatje is afkomstig uit een door Barbier bijzonder weelderig geïllustreerde editie van de roman uit 1934, waarvan hier nog een iets ingetogener voorbeeld. Hoewel, ingetogen...
Nu ik meer van die illustraties heb gezien (op dit blog) vind ik het bijna jammer dat Arbeiderspers die geïllustreerde editie niet integraal heruitgeeft. Maar misschien zou de gedateerde sfeer van die afbeeldingen (een curieuze mix van pruikentijd en art deco) slecht aansluiten op de moderne toon van de nieuwe vertaling.
Nu las ik op Wikipedia dat dit al de vierde Nederlandse vertaling van deze roman is, én dat de eerste vertaling pas in 1954 verscheen. Vier vertalingen in minder dan 70 jaar, dat is best veel; maar ik vind het vooral opvallend dat het 170 jaar heeft geduurd voordat er eens een Nederlandse vertaling van dit boek kwam. Was het zo berucht en omstreden dat niemand zich eraan wilde wagen? Of was het juist heel obscuur, veel minder beroemd dan we nu geneigd zijn te denken?
Evitez les laisons dangereuses
Ik heb Delpher daarom eens doorzocht op verwijzingen naar titel en auteur. Mijn oppervlakkige zoekactie leverde maar een gering aantal treffers op. Ik hoopte natuurlijk iets te vinden dat zou kunnen wijzen een andere, oudere vertaling die inmiddels vergeten is, maar daarvan was geen spoor te bekennen; Adriaan Morriëns vertaling van 1954 zal dus inderdaad de eerste zijn geweest.Totaal onbekend lijkt het boek in Nederland ook niet te zijn geweest. Er wordt weleens naar verwezen, vooral vanaf het eind van de negentiende eeuw. In de eerste decennia van die eeuw werd het boek soms genoemd in het Franstalige Journal de La Haye – volgens de site van het KB een
door de regering financieel gesteunde krant die in de Tweede Kamer werd getypeerd als ‘een ellendig prulleblad’, maar desondanks negentien jaar bleef bestaan.(Terzijde: wist u dat herbergiers destijds verplicht waren zich op de Koninglyke Staats-Courant te abonneren en hun klanten ‘een exemplaar ter lezing aan te bieden’?)
In 1876 wordt de titel van het boek in een feuilleton genoemd en blijkbaar bekend genoeg geacht om geen verklaring in een voetnoot te behoeven. De Telegraaf beantwoordt in 1921 een lezersvraag over Choderlos de Laclos:
Mevrouw E. K. te A. vraagt inlichtingen omtrent den Franschen schrijver Laclos, wiens werk „Liaisons dangereuses” als zeer mooi geroemd wordt. Ook vernam mevrouw K. gaarne iets omtrent Benjamin Constant.
De krant komt mevrouw E.K. tegemoet met de beknopte biografische gegevens van beide auteurs. En in Het Vaderland is in 1931 een aflevering van de rubriek ‘Oude Boeken’ aan dit ‘buitengewoon merkwaardig boek’ gewijd.
Maar heel veel werd er over de roman toch niet geschreven. Van de weinige treffers die Delpher opleverde, hadden sommige natuurlijk ook helemaal geen betrekking op de roman: de term ‘liaisons dangereuses’ werd in algemene zin gebruikt als aanduiding voor zedeloze relaties – niet zelden met een besmuikte lach gebracht:
Op z’n hondjes
Dat geldt waarschijnlijk ook voor het jolig bedoelde stuk ‘De hondenmanie’ uit de Arnhemsche courant van 9 augustus 1840: een tirade tegen buitensporige dierenliefde. Een tekst met universele geldigheid, maar een wat belegen ironie. De auteur klaagt dat het met de liefde van de hond voor de mens wel meevalt: hij ontmoet ‘niet anders dan honden die ons met de grootste onverschilligheid behandelen’:Van tijd tot tijd echter gebeurt het dat keffers zich verwaardigen eenige acht op ons te slaan en zich meer bijzonder aan ons te hechten, maar dan is het altijd bij de kuiten dat de kennismaking begint, en zulke kennissen tellen wij onder de liaisons dangereuses.Want dat zijn natuurlijk (humor!) kuitenbijtertjes. Of zou hij doelen op...
Vast niet.
Beestachtige roman
Ik vond eigenlijk maar één verwijzing die heel duidelijk bevestigt dat de roman in zijn tijd een schandaal veroorzaakte. Op 6 maart 1834 bericht de Bredasche courant in de ‘Letterkundige en Wetenschappelijke Nieuwstijdingen’ dat een toneelbewerking van ‘de beestachtige roman van den Generaal Leclos’genaamd les Liaisons Dangereuses, welke reeds eenigzins in vergetelheid begon te raken, [...] thans in een blijspel van dien naam ten tooneele [is] verschenen. De blijken van afkeuring, welke het publiek heeft gegeven bij de ontuchtigheden, zedelooze stellingen en profanatien, welke in dit stuk voorkomen, en een jaar geleden, zoo niet toegejuicht, dan toch geduld zouden zijn, mag men als een verblijdend teeken beschouwen, dat het publiek begint te walgen van de buitensporigheden, waarmede men op het tooneel gedurende eenigen tijd de openbare zedelijkheid schaamteloos heeft durven schenden.Over het toen opgevoerde toneelstuk is op internet niet veel informatie te vinden. Ik neem aan dat het gaat om het ‘drame en trois actes avec chants d’Ancelot et Santine, dit Xavier’ en ‘joué au Théâtre du Vaudeville le 20 février 1834’ waarvan sprake is op Google Books.
Anderhalf jaar later bericht dezelfde Bredasche courant veel positiever over een Duitse toneelbewerking van hetzelfde boek, Marie door August von Steigentesch:
eene navolging van de bekende Fransche roman Les liaisons dangereuses, door de la Clos; en nogtans geheel deszelfs tegenstelling want de strekking is hier van het begin tot het einde zedelijk, en het is desgelijks in een’ even sierlijken stijl geschrevenKortom, en voor zover je op basis van deze schamele verwijzingen iets kunt concluderen: ja, het boek was werkelijk berucht. Het was bij de geletterde klasse in Nederland, die zeker in de eerste helft van de negentiende eeuw nog sterk op Frankrijk was gericht, ongetwijfeld wel bekend; maar er werd weinig over geschreven, en aan een vertaling van het boek was blijkbaar geen behoefte.
Sex, romantiek en geweld in de bioscopen
Wat de schandaalwaarde van het boek betreft: de controversiële verfilming door Roger Vadim uit 1959 werd in Nederland zelfs in de jaren zestig nog als pikant ervaren – al was deze ‘rolprent met hoogst dubieuze moraal en veel sex’ uiteindelijk toch gewoon in de bioscoop te zien, ook in mijn geboortestreek. Dat wel!Provinciale Zeeuwse Courant 7 september 1963 bron: Krantenbank Zeeland |
En was Vadims versie uit 1959 de eerste verfilming van het boek? Zowel Wikipedia als IMDB zeggen van wel.
Maar juist op dit punt roept mijn argeloze zoekactie in Delpher meer vragen op dan erdoor worden beantwoord. Want wat lees ik in Nederlandse kranten van 25 juni 1925?
Het meest grootsche, sensationeele, spannende filmwerk Les Liaisons Dangereuses brengen wij uit onder den naam Gevaarlijke Liefde.Wat is dat voor film? Is er op basis van deze roman ooit een stomme film gemaakt die nu vergeten is?
Het staat in een advertentie die trouwens wel meer vragen oproept, met die cryptische verwijzingen naar ‘politieke hartstochten’ en ‘gevaarlijke politiek’:
Het volk: dagblad voor de arbeiderspartij, 25-06-1925 bron: Delpher |
Om met dat laatste te beginnen: dat zijn gewoon jolige verwijzingen naar de Tweede Kamerverkiezingen van een week later. (Overigens pas de tweede landelijke stembusgang waaraan vrouwen mochten deelnemen.)
bron: Wikipedia |
Een bizonder aardige film is een tocht door de Londensche kabarets, waarvan natuurlijk de schoonste danseressen en zangeressen het middelpunt uitmaken. Bij die Londensche kabarets, die veel meer geld kunnen uitgeven voor een „goed nummer” dan de Hollandsche, steken de meeste van onze variété’s wel àf.Hoe zit dit? Is Liaisons dangereuses de titel van die film over Londense cabarets? Of is dat alleen een voorfilm en is de hier genoemde hoofdfilm inderdaad een verfilming van de Franse roman? En waarom is van die film dan nergens een spoor te vinden?
De hoofdfilm behandelt een gevaarlijk onderwerp, n.l. de liefde. Het dient direkt gezegd, dat er liefde genoeg in deze film zit. Liefde, sensatie en spanning, wat wil de bioskoophezoeker meer! Bovendien gaat het hier over „gevaarlijke liefde”, over „verhoudingen”, „liaisons”.
Dit onderwerp, gespeeld door zeer goede artisten, weet de bezoekers danig te boeien.
Of gaat het om dezelfde film die volgens het Leidsch Dagblad in januari 1926 nog steeds in Leiden draait, waarin ‘de moderne wereld in Amerika [...] in al zijn moderne fouten [wordt] vertoond, ter leering en waarschuwing en toch zo gespeeld, dat met recht gezegd mag worden „dat is af”’? Dan is het dus géén verfilming van de Franse roman.
Waarom de bioscoopadvertentie gewag maakt van liaisons dangereuses, daar heb ik geen bevredigend antwoord op. Maar definitief bewijs dat ik helaas toch géén vermiste Laclos-verfilming op het spoor ben, vind ik in een advertentie in de Nieuwe Schiedamsche Courant van september 1925. Onder de titel Gevaarlijke liefde draaide in Schiedam die maand een Amerikaanse film met in de hoofdrol Mildred Davis, de vaste tegenspeelster en uiteindelijk ook echtgenote van Harold Lloyd.
Nieuwe Schiedamsche Courant 3 september 1925 Krantenkijker Gemeentearchief Schiedam |
Eerder hachelijke situaties dan riskante relaties.
De waarschijnlijkste kandidaat is dan de derde film die Davis in 1923 maakte, Temporary Marriage: de ‘plot keywords’ volgens IMDB: domestic, divorce, murder, melodrama...
Was die film door de Fransen (distributeur Pathé?) omgedoopt tot Liaisons dangereuses, en is die term daardoor in de Nederlandse bioscoopadvertentie beland? Wie het weet, mag het zeggen.
Gevaarlijke liefdes
Overigens werd de titel ‘Gevaarlijke liefde’ wel vaker voor films gebruikt. In de jaren vijftig bijvoorbeeld voor een (naar verschillende beschrijvingen te oordelen) vrij broeierig Italiaans wraakdrama dat zich afspeelde op het Siciliaanse platteland; en ook in 1910 draaide er al een film met deze titel in Nederlandse bioscopen:Middelburgsche Courant 16 december 1910 Krantenbank Zeeland |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten