Bij de verhalen van Henry James waarvan ik dit jaar nog
een vertaling online hoop te zetten, zijn er twee die zich geheel of gedeeltelijk afspelen in Bournemouth: ‘Sir Edmund Orme’ en ‘The Middle Years’. Die zuidelijke Engelse badplaats fungeerde in de negentiende eeuw ook als kuuroord voor (vaak terminaal) zieke Engelsen die geen geld of geen zin hadden om in Zuid-Europa of de Alpen op kuur te gaan. Dit aspect van de stad speelt vooral een rol in het laatstgenoemde verhaal, over de zwanenzang van een doodzieke schrijver.
Nu is er in het laatste nummer van de
London Review of Books net
een lang artikel van de geweldige Andrew O’Hagan verschenen over de jaren dat de door tbc-geplaagde Robert Louis Stevenson in Bournemouth woonde en daar een innige vriendschap sloot met Henry James.
Over die vriendschap heb ik hier al eerder iets geschreven naar aanleiding van
‘De huwelijken’, een verhaal van James dat Stevenson een uitzinnig lofdicht ontlokte. Maar dat blogstukje van mij is hooguit een voetnoot bij het veel uitgebreidere en boeiende beeld dat O’Hagan van deze schrijversvriendschap schetst:
lees dat artikel, het is een schitterend (en schitterend geschreven) portret van beide schrijvers en wat ze voor elkaar betekenden.
Behalve over hun vriendschap brengt O’Hagan ook interessante zaken te berde over het werk van zowel James—van
The Bostonians en ‘The Author of
Beltraffio’ (wil ik zeker nog eens vertalen) tot
The Princess Casamassima en
The Lesson of the Master (
hier in vertaling te vinden)—als Stevenson. Daarbij legt hij bijvoorbeeld een verrassende link tussen James en
Strange Case of Dr Jekyll and Mr Hyde. Vergezocht of niet: in de literatuur bestaat geen toeval, en ik lees liever complottheorieën over de betekenis van een literair werk dan over zendmasten.
Ik ga
dat artikel van O’Hagan hier niet samenvatten, ik raad iedereen aan het vooral zelf te lezen. Als service aan de lezer bied ik hier alleen twee illustraties die bij het artikel ontbreken. Ten eerste het daarin beschreven schilderij van Singer Sargent (de bovenste afbeelding). En op de meeste afbeeldingen van Henry James is geen baard te bekennen; maar voor wie wil weten hoe hij eruitzag met de door O’Hagan genoemde baard die hij in de jaren 80 en 90 droeg, geeft bovenstaande foto een indruk.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten